Betty Simonides is gefascineerd door schilderkunst.
En dan met name door het proces dat leidt tot een object, dat in zeer brede betekenis van het
begrip mogelijk een schilderwerk kan heten.
Een schilderij is in authentieke betekenis een plat vlak met een voorstelling, dat op een muur kan
hangen in een ruimte.
Simonides gaat in haar werk in op genoemde elementen: ‘voorstelling’, ‘plat vlak’ en ‘ruimte’. Ze
stelt met haar werk vragen bij de genoemde, statische, opvatting van schilderij en schilderkunst.
Zo is het begrip voorstelling in haar werk gereduceerd tot het resultaat van een handeling of
meerdere handelingen, die consequent worden uitgevoerd en een werk opleveren. In deze werken
worden pigmenten en binders niet eerst gemengd en daarna op een doek gezet, maar
onafhankelijk van elkaar en over elkaar heen in een vloeiend proces. De vragen die dit op roepen
zijn b.v.: ‘is dit een schilderij of niet en bestaat dit schilderij dan uit verf of juist niet?’
Het schilderkunstige onderzoek van Simonides beperkt zich niet tot de omtrek van autonome
werken zelf, maar breidt zich ook uit tot de ruimte. Dat laat bijvoorbeeld situatiegebonden werk in
‘Het Langhuis’ in Zwolle en ‘Kunsthuis Syb’ in Beetsterzwaag zien.
In beide gevallen werd weliswaar de ruimte gebruikt voor het installeren van werk, maar men kon
er niet in. Voor de kijker was het niet mogelijk in of rond het werk te lopen, maar er van buiten naar
en tegenaan te kijken. Alsof het een 3-d plaatje betrof en de fysieke ruimte onderdeel werd van
een schilderij of een schilderkunstige ervaring.
Het is dan ook niet verwonderlijk dat de laatste tijd ook filmprojecties onderdeel zijn gaan
uitmaken van haar werk. Een vraag als: ‘gaat het hier om installatiekunst, beeldhouwkunst of
schilderkunst?’ lijkt dit werk op te roepen.
In dat verband heeft het werk van Simonides duidelijk relaties met werk van kunstenaars als Ton
Boelhouwer en Klaas Kloosterboer. Kunstenaars, die expliciet schilderkunst beoefenen, maar de
grenzen daarvan aardig oprekken.
In haar werk gaat Simonides met andere woorden uit van een ‘plat vlak’, een schilderij, die gevuld
is met licht en/of concrete elementen. Elementen die refereren aan schilderkunst: kleur, vorm,
materiaal, suggesties, illusies, perspectief.
Een schilderij in de authentieke betekenis van het woord, verandert voortdurend van aanzien.
Onder verschillende belichting, in verschillende ruimtes, vanuit verschillende standpunten
veranderen kleuren, verandert de sfeer, soms zelfs het hele aanzien van een voorstelling. In het
werk van Simonides zijn deze aspecten expliciet onderdeel ervan. Het gebruik van materialen –
spiegelend, transparant, opaak – , kleuren en vormen aangebracht in een ruimte, veranderen
afhankelijk van elementen in de ruimte zelf of afhankelijk van het perspectief van de beschouwer.
Een ‘authenthiek’ schilderij heeft onder ideale omstandigheden haar ideale uiterlijke verschijning.
Het werk van Simonides is er weliswaar ook als zodanig, maar een ideale verschijningsvorm heeft
dit niet.
Dit herinnert aan een eeuwenoud filosofisch vraagstuk. De vergelijking van de rivier bij de oude
Grieken. Wat is waar? Het Pantha Rei van Herakleitos – op geen enkel moment is de rivier
dezelfde rivier. Of de opvatting van Parmenides – het water stroomt, maar de rivier blijft dezelfde
rivier.
Jacob van der Veen, 2009